Door Sonja de Winter - FOCUS VerzuimManagement
Menig werkgever heb ik al mogen helpen bij de implementatie van WGA-eigenrisicodragerschap in de praktijk. Echter de praktijk viel hen zelden mee. Niet alleen vanwege de 10-jaar durende re-integratieplicht en de kosten die dat met zich meebrengt, maar ook omdat de invloed van de eigenrisicodrager op de schadelast beperkt bleek. Waren zij van te voren beter geïnformeerd geweest, dan hadden een aantal van hen ongetwijfeld een andere (kosten-baten) afweging gemaakt. Nu de WGAvast en WGAflex vanaf volgend jaar samen gaan en werkgevers voor de beslissing staan hoe zij het complete WGA-risico willen verzekeren wordt er door verzekeraars en adviseurs opnieuw hard aan hen getrokken. Het blijft een kwestie van goed informeren en goed geïnformeerd worden over deze lastige materie!
Wat verandert er nu eigenlijk en waar krijgt u mee te maken? Hieronder vat ik het voor u samen:
Samenvoegen WGA vast en WGA flex
Op 1 januari 2017 wordt de invoering van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) afgerond. Dan zal, door de samenvoeging van het WGAvast- en WGAflex risico, de beoogde integratie van het risico voor zieke flexmedewerkers in het hybride verzekeringsstelsel van publieke UWV en private verzekeraars een feit zijn. Eén en ander heeft tot gevolg dat werkgevers vóór 1 oktober 2016 moeten beslissen hoe ze het complete WGA-risico (WGAvast + WGAflex) per 1 januari 2017 willen verzekeren, publiek of privaat. Waarbij gezegd moet worden dat werkgevers die niet kiezen feitelijk toch kiezen omdat zij automatisch onder de publieke verzekering van het UWV komen te vallen. Ook werkgevers die op dit moment al eigenrisicodrager voor de WGAvast zijn moeten beslissen of zij per 1 januari 2017 eigenrisicodrager voor het complete WGA-risico worden, of dat zij het complete WGA-risico onderbrengen bij het UWV. Voor de WGAflex zijn alle werkgevers nu nog verplicht aangewezen op de uitvoering van het UWV.
Gelijk speelveld voor UWV en private verzekeraars
Op 22 maart 2016 heeft de Tweede kamer ingestemd met de Wet verbetering hybride markt WGA. Deze wet verbetert het WGA-speelveld waarop het UWV en private verzekeraars acteren, waardoor het voor private verzekeraars mogelijk wordt om te concurreren met het UWV. Tegelijkertijd komt de Wet verbetering hybride markt WGA tegemoet aan de wens van Minister Asscher die de focus van werkgevers wil verleggen van financieel voordeel op de korte termijn naar preventie en re-integratie. Dankzij deze wet kunnen werkgevers straks in ieder geval niet langer via een soort draaideurconstructie wisselen van publiek naar privaat en andersom om onder (een gedeelte) van kosten van de eigen WGA-instroom uit te komen.
Wat verandert er in 2017 concreet voor werkgevers:
1. |
UWV premie straks gebaseerd op historische instroom |
2. | Geen uitlooprisico meer bij overstap van publiek naar eigenrisicodragen In het huidige systeem blijft een publiek verzekerde werkgever die eigenrisicodrager wordt verantwoordelijk voor de eigen "oude" WGA-lasten die tijdens de publieke periode zijn ontstaan. Dit zogenaamde uitlooprisico maakt dat het voor publiek verzekerde werkgevers met schade (ook wel staartlasten) over het algemeen geen interessante optie is om de overstap naar eigenrisicodrager te maken. Overigens wordt het uitlooprisico van een eigenrisicodrager die terugkeert naar het UWV in het huidige systeem veelal gedekt door de private verzekering. In dit soort situaties belemmert het uitlooprisico de werkgever dus niet in zijn keuze qua verzekeren. Vanaf 2017 regelt de Wet verbetering hybride markt WGA dat een publiek verzekerde werkgever die eigenrisicodrager wordt, zijn oude WGA-lasten achterlaat bij het UWV. Alleen WGAflex-lasten waarvan de eerste ziektedag op- of na de ingangsdatum van het eigenrisicodragerschap ligt worden aan de eigenrisicodrager doorbelast. De WGA-staartlasten worden vanaf 2017 betaald vanuit een reserve in de Werkhervattingskas die Staartlastvermogen wordt genoemd. Het uitlooprisico vormt dan in geen enkel geval meer een belemmering bij de keuze qua verzekeren. |
3. | Minimaal 3 jaar bij het UWV blijven Minister Asscher heeft al in 2015 aangegeven dat hij het zeer onwenselijk acht dat werkgevers in 2016 voor één jaar financieel voordeel naar het UWV terugkeren om per 1 januari 2017, zonder uitlooprisico, weer eigenrisicodrager te worden. Om de route voor eenjarig financieel voordeel af te sluiten is in de Wet verbetering hybride markt WGA geregeld dat voor alle werkgevers waarvan het eigenriscodragerschap is geëindigd op of na 1 januari 2016 een termijn van 3 jaar geldt voordat een werkgever weer eigenrisicodrager kan worden. |
Conclusie
Door het wegvallen van het uitlooprisico zullen met name publiek verzekerde werkgevers met schade geneigd zijn om per 01-01-2017 de overstap van UWV naar eigenrisicodragen te maken. Het is immers heel aantrekkelijk om alle schade achter te laten bij het UWV (zie punt 2). Toch verdient het aanbeveling om zich bij deze afweging niet alleen te laten leiden door het premievoordeel op de korte termijn. Eenmaal binnen het private domein is de stap terug naar het UWV voor werkgevers met schade namelijk niet snel aantrekkelijk vanwege de nieuwe premievaststelling op basis van historische instroomcijfers (zie punt 1). Dus wat als de private verzekeraar de premie fors verhoogt, zoals we dat de afgelopen jaren de meeste verzekeraars hebben zien doen (omdat ze veel te scherp hebben geoffreerd)? Veel werkgevers zullen het er waarschijnlijk blij laten zitten, maar zitten dan wel opgescheept met een hoge premie én een verlengde re-integratieplicht van tien jaar voor alle WGA-introom. Werkgevers raad ik daarom aan om zich tevens goed te laten informeren over de aanpak van WGA-eigenrisicodragen in de praktijk. Welke inspanningen c.q. kosten brengt dat met zich mee en wat levert dit daadwerkelijk op in de zin van schadelastbeperking? Mijn persoonlijke ervaring is dat de verlengde re-integratieplicht veel "gedoe" is, terwijl de meeste schadelastbeperking die haalbaar is grotendeels al tijdens de wachttijd kan worden gerealiseerd. Wordt het tijdens de wachttijd niet gerealiseerd, dan zeer waarschijnlijk ook daarna niet, of in ieder geval niet door toedoen van de WGA-eigenrisicodrager. Overigens is een goede controle van de primaire WIA-beoordeling daarbij wel van wezenlijk belang. Tijdig bezwaar aantekenen tegen foutieve beschikkingen kan enorm veel geld besparen en is voor zowel publiek- als privaat verzekerde werkgevers van belang; 6 weken na datum beschikking zijn uw kansen echter definitief verkeken.
Wacht niet te lang met uw beslissing
Alle werkgevers dienen voor 1 oktober a.s. te beslissen of ze het complete WGA-risico onderbrengen bij het publieke UWV of dat ze eigenrisicodrager voor de WGA willen worden . Om per 1 januari 2017 eigenrisicodrager voor de WGA te worden moet u vóór 1 oktober 2016 een aanvraag indienen bij de Belastingdienst. Deze aanvraag dient vergezeld te worden van een garantieverklaring van een verzekeraar.
Overweegt u de overstap naar eigenrisicodragen, wacht dan niet langer met de voorbereiding. Het verzamelen- en analyseren van alle informatie, maar ook het opvragen- en beoordelen van offertes is namelijk een tijdrovende aangelegenheid.
Hulp nodig?
Voor ondersteuning en onafhankelijk advies kunt u mailen of bellen met Sonja de Winter van FOCUS VerzuimManagement; e: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., / m: 06-23223885.
Bekijk ook andere artikelen die verband houden met dit onderwerp:
- Garantieverklaring WGA eigenrisicodragen 2017: Minister Asscher vraagt Belastingdienst en UWV om uitstel (09-05-2016)
- De frustratie van WGA-eigenrisicodragen (25-10-2014)